
Beukenbladluizen bevinden zich aan de onderzijde van beukenbladeren en aan de
groeitoppen. Ze zijn goed te herkennen doordat ze zich omhullen met een witte,
wollige wasafscheiding. Aan de bovenkant van de beukenbladeren merk je
geelbruine vlekken op en het blad krult zich op.
Net als andere soorten bladluizen scheidt ook de beukenbladluis honingdauw af
waarop roetdauwschimmel zich kan ontwikkelen.
Omdat de waslaag de beukenbladluis beschermt tegen sproeistoffen die werken op
basis van contact is het aangewezen een systemisch insecticide te hanteren.