Zo zaai je het perfecte gazon
Wie droomt er niet van een strak, groen gazon? Maar hoe vaak je ook maait of bemest - als je het zaaien niet goed aanpakt, krijg je nooit dat mooie resultaat. Voorkom teleurstelling en pak het vanaf het begin grondig aan.
Welk graszaad past bij jouw gazon?
Een mooi gazon begint bij de juiste keuze van het graszaad. Niet elk type gras is geschikt voor elke tuin. Stem je keuze af op het gebruik en de omstandigheden.
- Speelgazon: heb je kinderen die graag buitenspelen? Kies dan voor een speelgazon. Dit type bevat sterke, snelherstellende grassoorten zoals Engels raaigras (Lolium perenne), die goed bestand zijn tegen intensief betreden.
- Sportgazon: voor intensieve belasting zoals voetbal of andere sporten, is een sportgazon aan te raden. Ook hier wordt vaak Engels raaigras gebruikt, in combinatie met veldbeemdgras (Poa pratensis) voor extra stevigheid en herstelvermogen.
- Siergazon: wordt je gazon vooral gebruikt als visuele blikvanger of om doorheen te wandelen? Ga dan voor een siergazon. Dit type bevat fijne grassoorten zoals roodzwenkgras (Festuca rubra), die zorgen voor een dichte, elegante grasmat – maar die minder goed bestand is tegen betreding.
Daarnaast zijn er gespecialiseerde graszaadmengsels beschikbaar voor specifieke omstandigheden:
- Schaduwrijke tuinen: mengsels met schaduwminnende soorten zoals schaduwrietgras (Festuca arundinacea) of schaduwtolerante roodzwenkgrasvarianten.
- Droge of zanderige bodems: kies voor droogteresistente soorten met diepere wortels, zoals veldbeemdgras of hardzwenkgras (Festuca ovina).
Zaaiadvies: reken gemiddeld 2 tot 2,5 kg graszaad per 100 m² bij doorzaaien of aanleg van een nieuw gazon. Verspreid gelijkmatig voor een egale opkomst, idealiter met een strooiwagen. Wil je minder maaien en toch een sterk gazon? Overweeg dan een traaggroeiend grasmengsel. Deze bevatten soorten die minder snel groeien, waardoor je minder vaak hoeft te maaien, minder grasafval hebt en bovendien minder bemesting nodig hebt. Ze zijn ideaal voor wie duurzaamheid en gebruiksgemak wil combineren.
Begin bij de basis: de bodem
Een stralend gazon begint onder de grond. Gras groeit het best in een losse, humusrijke en goed bemeste bodem met voldoende kalk. Investeer dus in een degelijke voorbereiding - het loont echt op lange termijn.
Laat de bodem vooraf analyseren. Zo weet je precies welke voedingsstoffen ontbreken en hoeveel kalk of mest je moet toevoegen. Begin met een schoon terrein: verwijder al het onkruid, oud gras of beplanting. Frees de grond tot zo'n 30 cm diep en haal puin, stenen en wortels eruit. Laat de bodem vervolgens een paar weken braak liggen. Schoffel intussen geregeld het onkruid weg dat opnieuw opkomt.
Meng de bovenlaag met compost of bodemverbeteraar en voeg organische gazonmest toe - tenzij je bodemstaal iets anders aangeeft. Daarna egaliseer je alles: druk de grond aan met een wals en hark hem fijn. Herhaal dit tot de ondergrond helemaal vlak ligt, zonder kuilen of hobbels. Laat het geheel nog een paar weken braak liggen voor je gaat zaaien.
Heb je te maken met droge, zanderige grond? Voeg dan extra compost of bodemverbeteraar toe. Overweeg ook een sproei-installatie - zo krijgt je gazon een eerlijke kans, zelfs tijdens droge zomers.
De kunst van precies zaaien
De beste momenten om gras te zaaien zijn tussen half maart en begin juni, of in september en oktober. Maak de grond eerst mooi egaal met een hark en druk die daarna licht aan. Heeft het in de week ervoor niet geregend? Besproei de aarde dan een beetje.
Zaai het gras in twee keer met een strooiwagen of handstrooier, kruislings over elkaar. Hark het daarna heel lichtjes in, strooi er een dun laagje potgrond over en druk of rol alles goed aan. Als alles goed is zie je na zo'n twee weken de eerste sprietjes verschijnen. Blijft dat uit, dan kan droogte de boosdoener zijn. Hou de grond de eerste drie weken constant vochtig. Regent het niet, dan moet je dus sproeien. En belangrijk: loop er niet overheen!
Heb je last van vogels? Zet een vogelverschrikker neer of span een lint met wat zilverpapier over het gazon. Zie je wat onkruid verschijnen? Geen paniek. Na een paar keer maaien is dat vanzelf verdwenen.
Klaar voor de eerste maaibeurt?
Maai voor het eerst als het gras zo'n 8 tot 10 centimeter hoog staat. Rol het gras de dag ervoor nog even, dat maakt de grassprieten sterker. Maai op stand 6 en twee dagen later op stand 5.
Heb je een speel- of sportgazon waar vaak op gelopen wordt? Dan mag je het wat hoger maaien dan een siergazon dat weinig betreden wordt. Ga in elk geval nooit lager dan stand 4: te kort maaien verzwakt het gras en maakt het vatbaar voor mos.
Een pas aangelegd gazon geef je het eerste jaar geen mest. Begin daar pas volgend voorjaar mee en gebruik een organische gazonmest (liefst eentje met extra kalium en magnesium). Strooi dan ook een dun laagje compost (ongeveer 1 kilo/m²) over je gras. Dat werkt als een beschermend jasje en voedt de wortels met nuttige micro-organismen die je gazon sterker maken.