menu
Tuinadvies

https://www.tuinadvies.be   /    dinsdag 19 maart 2024

Vogels herkennen: groenling, distelvink en sijs

Vogels worden gekenmerkt door hun verenkleed, een outfit die kan veranderen naargelang het seizoen. Ook het geslacht en de leeftijd kunnen bepalend zijn voor hoe een vogel er uitziet. Vrouwtjes zijn vaak lichter gekleurd en minder opvallend dan mannetjes. Maar ook juvenielen (jongen) hebben nog niet het kleurenpatroon van een volwassen vogel. 

Putters/ distelvinken en groenlingen op de voedertafel

Daarnaast heeft elke soort z'n eigenheid en zijn specifieke kenmerken, de ene is al wat bonter gekleurd dan de andere. En dan zijn er soorten die je niet onmiddellijk in je tuin verwacht, soorten die net uit de tropen lijken te komen terwijl ze gewoon inheems zijn. Hun verenkleed is zo opvallend en mooi gekleurd dat je met verstomming bent geslagen als je eentje op de voedertafel ziet zitten. Hun tropische looks doen je meteen wegdromen van warme oorden...

Distelvink (Carduelis carduelis)

Een heel bijzondere vogel die ook de naam putter draagt. Hij leeft op het platteland maar eveneens in dorpen en in stadsranden. Hij voelt zich het best op plaatsen met houtwallen, boomgaarden en op schrale plekken met een wilde plantengroei waar hij zich kan voeden met plantenzaden. De distelvink is deels een standvogel, deels een trekvogel maar dan enkel korte afstanden en voornamelijk de vrouwtjes en de jongen. Mannetjes blijven meestal in onze contreien overwinteren. De soort werd vroeger vaak als huisdier in een kooi gehouden.

Putter/distelvink - Carduelis carduelisHoe kan je de distelvink herkennen?

  • Hij is 10,5 tot 13,5 cm groot.
  • Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een opvallend dieprood gezicht met een wit/zwarte belijning (ontbreekt bij juveniel). Zwarte vleugels met een duidelijke gele streep en een gevorkte zwarte staart met witte vlekjes. Hun stuit is wit en bovendelen lichtbruin. Ze hebben een puntige snavel die ze gebruiken om zaden uit planten te halen. Hun poten zijn hierbij handige tools voor het bemachtigen van zaden en het ombuigen van plantendelen.
  • Hun zang is hoog en kwetterend, twinkelend "tswit-wit-wit".

Wat eet een distelvink?

Ze leven voornamelijk van zaden van wilde planten zoals distels (vandaar hun naam), kaardenbol, zonnebloemen, teunisbloem, paardenbloemen en verschillende soorten grassen. In de lente en zomer vullen ze hun menu aan met insecten. Jongen krijgen dan hoofdzakelijk insecten te eten omdat ze een hoger eiwitgehalte bevatten en goed zijn voor hun ontwikkeling. In de winter doen ze zich tegoed aan elzenpropjes.

Wat kunnen we doen om de distelvink te helpen?

Putters bezoeken voedertafels waar zonnebloempitten en nigerzaden te rapen vallen. Voorzie een stukje in je tuin met inheemse wilde planten, zaai zonnebloemen, plant kaardenbol en teunisbloem. Kaardenbol is bovendien goed om andere vogels aan te trekken en insecten in de zomer aan nectar te helpen. Ook elzen in tuin helpen om putters te lokken. Net als sijsjes eten ze de zaden uit de elzenpropjes. Met die planten maak je een grote kans om deze knapperd in je tuin op bezoek te krijgen!


Groenling (Carduelis chloris)

Groenling - Carduelis chlorisGroenlingen doen hun naam eer aan door hun verenkleed in diverse tinten groen. Het was een typische vogel van bosranden met open plekken maar door het verdwijnen van leefgebieden zijn ze nu vooral te zien in parken en tuinen. Het is een stand- en zwerfvogel. Bij ons overwinteren ook groepjes groenlingen uit Scandinavië. In de 17e eeuw stond deze vogel, naast verschillende vinkachtigen en de putter, op het menu van bourgondiërs. De vogel is te zien op stillevens van onder andere Rubens en Van Dyck.

Hoe kan je de groenling herkennen?

  • Hij is 14 tot 15 cm groot.
  • Het mannetje is mooi groen gekleurd met gele randen aan de vleugels; donkerder getint in de bovendelen dan in de onderdelen. De kleur is in vlucht nog beter zichtbaar. Vrouwtjes zijn lichter getint en meer grijsgroen van kleur. Hun kop is forser dan die van de vink. Hun dikke kegelvormige snavel gebruiken zo om hardnekkige zaden te kraken. 
  • Hun geluid heeft iets weg van een kanarie en klinkt als "tweeeh".

Wat eet een groenling?

Rozenbottels staan bovenaan hun lijst met favorieten naast andere bessen en zaden van kruiden, heesters en bomen. Ze bezoeken regelmatig voedertafels waar zonnebloempitten en pindanoten worden aangeboden. De zonnebloempitten worden met hun bek op een vernuftige manier van hun omhulsel ontdaan.

Wat kunnen we doen om de groenling te helpen?  

Hoge bomen en coniferen in jouw tuin of omgeving zijn goed om groenlingen aan te trekken. In het broedseizoen zingen ze hun lied vanuit de top van een boom. Ze maken hun nest graag in dicht struikgewas en hebben geen baat bij een nestkast. Bied zonnebloempitten, ongezouten pindanoten en natuurlijke zaden aan, evenzeer in het broedseizoen. Dan maak je een grotere kans om ze ook in de winter te zien.

Sijs (Carduelis spinus)

De sijs is ook een inheemse vogel. Ze verplaatsen zich vaak in grote aantallen en zijn heel luidruchtig. Je vindt ze vooral in de buurt van bossen, in parken en in tuinen en dan voornamelijk in de nabijheid van naaldhout, berken, wilgen en elzen waar ze zich, al bengelend aan takken, te goed doen aan de zaden. Het is een trekvogel en wintergast die korte afstanden aflegt op zoek naar voedsel. Ze troepen in de winter vaak samen met kepen, kruisbekken en mezen.

Sijs - Carduelis spinusHoe kan je de sijs herkennen?

  • Hij is 11 tot 12,5 cm groot.
  • Relatief klein met een korte gevorkte staart. Het mannetje heeft een mooie geelgroene kleur met zwarte kruin, bef en zwarte strepen op de vleugels. De onderdelen zijn geelachtig tot wit. Het vrouwtje is wat fletser van kleur, meer grijsgroen. Bij beiden zijn de vleugels zwart en geel gestreept. Ze hebben een puntige, kegelvormige snavel.
  • Hun geluid is een helder gekwetter en klinkt als "pliéè".

Wat eet een sijs?

Met hun puntige snavel halen ze zaden uit dennenappels, elzenpropjes en berkenkatjes. Ze foerageren dan ook voornamelijk op naaldbomen, els en berk. 

Wat kunnen we doen om de sijs te helpen? 

Plant een berk of een els in jouw tuin om een grotere kans te maken ze op bezoek te krijgen. Pindanoten en zonnebloempitten zijn in de winter, als de natuur niet veel meer te bieden heeft, een welgekomen bron van energie. Daarnaast lusten ze graag zaden en vetbollen.

Lees ook alles over:
De verschillende soorten mussen
Gasten uit het Noorden

#5976Inge

Auteur: Inge
Redactie Tuinadvies

Terug naar boven icoon