Planten bemesten: de grote meststof-special
Als je door een tuincentrum, een kwekerij of de tuinafdeling van een doe-het-zelf-zaak wandelt, dan steken ongetwijfeld tal van vragen de kop op. Waarom hebben planten eigenlijk meststof nodig? Is een portie compost of koffiedik niet voldoende? En wat is een organische of een minerale meststof? Om wat licht in de duisternis te brengen, ontdek je in dit artikel welke voedingsstoffen de planten nodig hebben en welke soorten meststoffen er bestaan.
Wat is een meststof?
Met de term "meststof" verwijst men naar alle materialen die worden gebruikt om planten van extra voedingsstoffen te voorzien. Naast lucht, water en zonlicht hebben zowel de planten in je tuin als op je balkon een groot aantal verschillende voedingsstoffen uit de bodem nodig om te groeien en bloemen en vruchten te ontwikkelen. Deze meststof kan zowel in de vorm van organisch materiaal (vb. compost, koemest, paardemest) als in minerale vorm worden toegepast.
Waarom hebben planten voedingsstoffen nodig?
Zonder voedingsstoffen lukt niks - dat geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor planten. In de vrije natuur worden afgestorven plantendelen en dode dieren door bodemorganismen omgezet. Daarbij komen voedingsstoffen vrij die door de planten kunnen worden opgenomen.
Bij planten in potten op het balkon of het terras is het aandeel natuurlijke, organische materialen helaas beperkt. Ook in de tuin halen de planten heel wat voedingsstoffen uit de bodem. Deze voedingsstoffen hebben ze nodig voor de ontwikkeling van bladeren en bloemen. Pas wanneer de planten in de herfst hun bladeren laten vallen of afsterven, komen er terug op natuurlijke wijze voedingsstoffen vrij. Als het grasmaaisel, het snoeisel en de afgevallen bladeren samen worden geharkt en worden verwijderd, wordt deze cyclus echter onderbroken. Tegelijkertijd zou een bemesting met enkel bladeren en grasmaaisel heel eenzijdig zijn: de grondstoffen zijn namelijk heel rijk aan stikstof en bevatten helaas weinig andere voedingsstoffen. Hierdoor is het niet mogelijk om te beantwoorden aan de complete voedingsbehoefte van de planten.
Kijk je uit naar gezonde en kleurrijke planten? Dan moet je goed letten op een evenwichtige bemesting. Net als bij je eigen voeding geldt hier: voor een optimale ontwikkeling moeten alle voedingsstoffen in voldoende hoeveelheden aanwezig zijn. De ene voedingsstof kan niet vervangen worden door de andere.
Welke voedingsstoffen hebben planten nodig?
Een van de belangrijkste voedingsstoffen is stikstof. Het is een elementaire bouwsteen voor verschillende aminozuren, nucleïnezuren en enzymen en is betrokken bij de fotosynthese. Stikstof is in relatief grote hoeveelheden nodig en wordt daarom ook wel een hoofdelement of macronutriënt genoemd. Fosfor en kalium zijn andere belangrijke voedingsstoffen. Magnesium, zwavel en calcium vullen de lijst van macronutriënten aan en worden ook wel secundaire voedingsstoffen genoemd.
Naast macronutriënten zijn er micronutriënten, ook wel sporenelementen genoemd. Dit zijn voedingsstoffen die heel belangrijk zijn voor de planten maar waarvan ze kleinere hoeveelheden nodig hebben. Er bestaan acht micronutriënten : ijzer, zink, mangaan, nikkel, molybdeen, chloor, boor en koper. Elk van deze elementen is essentieel voor tenminste één functie binnen de plant en kan niet door een andere element vervangen worden.
Tenslotte zijn er ook nuttige elementen die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de plant, maar die er niet voor zullen zorgen dat de plant afsterft als ze niet in voldoende hoeveelheid aanwezig zijn. Tot deze groep behoren onder meer calcium, selenium en silicium.
Macronutriënt | Functies | Symtomen die verschijnen bij een tekort |
Stikstof (N) | Is betrokken bij verschillende stofwisselingsprocessen en zorgt voor een vegetatieve groei. | Stagnerende groei, gele bladeren, bruine bladpunten, afstervende plantendelen |
Fosfor (P) | Ondersteunt de vorming van bloemen en vruchten, zorgt voor een goede wortelontwikkeling en versterkt het immuunsysteem van de plant. | Groeiachterstand, zwakke wortels, geen bloemen, roodachtige bladeren, verlaagde vorstbestendigheid |
Kalium (K) | Is betrokken bij de vorming van plantenweefsel en verschillende stofwisselingsprocessen, versterkt de weerstand van planten tegen vorst, hitte en ongedierte, verbetert de waterhuishouding en zorgt voor een intenser aroma bij fruit. | Vruchten die barsten en verkleuren, verlaagde vorstbestendigheid, gevoeliger voor ziekten (vb. pyhophthora bij tomaten) |
Magnesium (Mg) | Is belanrgijk voor de opname van fosfor, is betrokken bij de vorming van chlorofyl, zorgt voor weelderig groene bladeren, bevordert de vegetatieve groei en zorgt voor een intenser aroma van fruit. | Felle vlekken op de bladeren, vergeling van de bladeren, bladval |
Calcium (Ca) | Bevordert de stevigheid van het weefsel, zorgt voor stabiele celwanden en verhoogt de stressbestendigheid van de plant. | Bloemen die zich niet volwaardig ontwikkelen, bruine deuken en vlekken op fruit (bloesemrot) |
Zwavel (S) | Is betrokken bij de vorming van enzymen, het eiwitmetabolisme en de plantengroei, is belangrijk voor het gebruik van stikstof, verhoogt de weerstand en is essentieel voor het aroma van de vrucht. | Lichtgekleurde bladeren, geelkleurende bladnerven, vertraagde groei |
Komen je planten voedingsstoffen tekort?
Dit kan helpen! Groeit je plant minder vlot of heeft ze gele bladeren? Dan heeft ze vermoedelijk te weinig voedingsstoffen ter beschikking. Met de juiste meststof kan je dit snel oplossen. Enerzijds zijn er voedingskuren die het probleem heel snel kunnen oplossen. Toch zijn zij geen vervanging van een regelmatige aanvoer van voedingsstoffen.
Als je vaak vergeet te bemesten, kan je een meststof gebruiken met langdurige werking van meerdere maanden. Ook meststofstaafjes zijn heel praktisch, vooral bij kamerplanten en balkonplanten. Deze staafjes worden eenvoudigweg in de pot gestopt waar ze gedurende meerdere maanden hun voedingsstoffen aan de plant vrijgeven.
Een tekort aan voedingsstoffen is echter niet altijd te wijten aan een lage opname van voedingsstoffen. Heel wat tuingronden bevatten fosfor. De opname van fosfor is echter heel sterk afhankelijk van de bodemgesteldheid. Een vochtige of verdichte bodem met een lage pH-waarde biedt de slechtst denkbare voorwaarden voor een goede aanvoer van fosfor. In dit geval zou het gebruik van een fosfaatrijke meststof averechts werken. In plaats daarvan helpt het om de grond los te maken, te verrijken met humus en te bekalken. Daarbij raden we je aan om een bodemanalyse te laten uitvoeren en de pH-waarde van de bodem te meten. Zo vermijd je dat je gaat overbemesten.
Verschillende types meststoffen
Meststoffen zijn in verschillende vormen beschikbaar. Zo zijn er vaste meststoffen (vb. korrels en meststofstaafjes) en vloeibare meststoffen die aan het gietwater kunnen worden toegevoegd.
Meststoffen kunnen ook ingedeeld worden volgens werking. Zo wordt er een verschil gemaakt tussen meststoffen met directe werking en meststoffen met langdurige werking. Terwijl sommige meststoffen hun voedingsstoffen direct beschikbaar maken voor de planten, geven andere meststoffen hun voedingsstoffen geleidelijk aan vrij. Voor de hoofdbemesting in het voorjaar worden vaak traagwerkende meststoffen aanbevolen. Als er een acuut tekort is aan voedingsstoffen, worden snelwerkende meststoffen dan weer aanbevolen, zeker wanneer het gebruik van een langdurig werkende meststof later op het jaar niet meer mogelijk is.
Minerale of organische meststof
Meststoffen worden hoofdzakelijk opgedeeld op basis van de chemische verbinding. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen organische, organisch-minerale en minerale meststoffen:
1. Organische meststoffen
Organische meststoffen bestaan uit plantaardige en dierlijke materialen zoals cacaodoppen, druivenpitmeel, beendermeel, paardenmest en suikerrietmelasse. Heel wat organische meststoffen worden verkocht in korrelvorm, maar er bestaan ook vloeibare organische meststoffen.
Eens de meststof in de bodem is ingewerkt, zullen micro-organismen de organische materialen omzetten. Daarbij komen voedingsstoffen vrij die door de planten kunnen worden opgenomen. De omzetting van organisch materiaal is een langzaam, zachtaardig en natuurlijk proces dat 'mineralisatie' wordt genoemd. Het bodemleven wordt geactiveerd en de vorming van humus wordt bevorderd.
Opgelet: micro-organismen gaan pas aan het werk als de bodem voldoende warm en vochtig is, dus niet als de bodem opgedroogd is. Daarom is het belangrijk dat je vooral op hete dagen voldoende water geeft. Een organische meststof mag niet toegediend worden als het te koud is en de bodemorganismen dus niet actief zijn. Afhankelijk van het weer worden organische meststoffen toegepast vanaf de maand maart tot in november.
Organische meststoffen zijn vaak beschikbaar als langdurig werkende meststof die de voedingsstoffen gedurende meerdere maanden vrijgeeft.
2. Organische-minerale meststoffen
Heel wat organische materialen zoals beendermeel zijn vooral bekend als stikstofmeststoffen. Om de planten alle belangrijke voedingsstoffen te kunnen bezorgen, worden deze organische meststoffen verrijkt met andere voedingsstoffen. Op die manier onstaat een organisch-minerale meststof.
Sommige minerale elementen, zoals calcium en zwavel, komen van nature voor en hoeven niet verder verwerkt te worden. Heel wat organisch-minerale meststoffen bestaan dan ook voor 100% uit natuurlijke grondstoffen.
3. Minerale meststoffen
Minerale meststoffen bevatten voedingsstoffen onder vorm van minerale zouten. De voedingsstoffen zijn in nauwkeurig gedefinieerde hoeveelheid gebonden aan de zouten en zijn soms direct beschikbaar voor de planten. De zouten worden opgelost door het bodemvocht waardoor de planten direct toegang hebben tot de voedingsstoffen. Minerale meststoffen zijn dus bijzonder snelle leveranciers van energie die perfect kunnen worden aangepast aan de behoeften van de planten.
Naast minerale meststoffen met directe werking, zijn er eveneens minerale meststoffen met een langdurige werking. Deze geven hun voedingsstoffen gedurende meerdere maanden gelijkmatig vrij onder invloed van natuurlijke groeifactoren (warmte en water).
Enkelvoudige of samengestelde meststof
Heel wat meststoffen bevatten twee of meerdere voedingsstoffen. Deze meststoffen worden samengestelde meststoffen genoemd. Heel wat samengestelde meststoffen zijn NPK-meststoffen. Dit betekent dat ze de drie belangrijke voedingselementen bevatten, nl. stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Sommige daarvan zijn daarnaast verrijkt met andere macronutriënten of sporenelementen.
COMPO Complete is de eerste NPK-meststof die alle belangrijke macronutriënten en sporenelementen combineert. Zo biedt het product een allround oplossing voor alle bloeiende en groene planten in de tuin en op het balkon.
Daarnaast bestaan er ook meststoffen die slechts twee nutriënten (vb. stikstof en kalium) bevatten. Als je een specifiek voedingstekort wilt verhelpen, kan je een enkelvoudige meststof gebruiken die uit slechts één voedingsstof bestaat.
Universele of specifieke meststof
Over het algemeen hebben de meeste plantensoorten die in de tuin groeien, dezelfde voedingsstoffen nodig - en soms in vergelijkbare hoeveelheden. Voor deze planten kan je een klassieke universele meststof gebruiken.
Bij andere planten zijn specifieke meststoffen gewenst. Zo hebben tomaten en andere sterk terende vruchtgroenten veel stikstof, kalium en calcium nodig. Zuurminnende planten zoals bosbessen, rododendrons en hortensia's hebben geen extra calcium nodig - zelfs water geven met kalkrijk water kan op lange termijn schadelijk zijn voor de planten. Een calciumrijke meststof is dan ook uit den boze.
Wil je genieten van prachtig bloeiende planten en een rijke oogst? Dan kies je best voor meststoffen met een formulering die is aangepast aan de behoeften van de betreffende plantensoort.
Wanneer moet worden bemest?
Eén ding is heel belangrijk: je mag alleen bemesten tijdens de bloei- en groeifase. Als planten zich in de rustfase bevinden of als de rustfase nadert, dan mag je geen extra voedingsstoffen toedienen. Als de planten continu worden bemest, zullen ze steeds opnieuw nieuwe scheuten vormen die helaas niet meer voldoende zullen uitharden. Hierdoor zullen ze heel gevoelig worden voor vorst.
De regel: uiterlijk tot half augustus mag je bemesten met een stikstofrijke meststof. Voor struiken, vaste planten en andere meerjarige planten kan je een kaliumrijke meststof gebruiken. Kalium zorgt voor stabiele en dikkere celwanden en zal de planten beter beschermen tegen strenge vorst.
Opgelet: winterbloeiers zoals kerstrozen of winterviooltjes hebben ook in de winter een portie stikstofrijke meststof nodig. Zij bloeien en groeien namelijk tijdens de winter.
5 tips tijdens het bemesten
De volgende tips zullen je helpen om je planten correct te bemesten zodat ze de voedingsstoffen goed kunnen opnemen:
- Kies een windstille, bewolkte en regenvrije dag om te bemesten.
- Als de grond heel droog is na een heel droge en warme periode, moet je de bodem goed water geven alvorens te bemesten.
- Het is belangrijk dat je na het bemesten grondig water geeft. Als je een vloeibare meststof hebt toegepast, is dit logischerwijze niet nodig.
- Het ideale tijdstip om te bemesten is in de vroege ochtend of 's avonds.
- Bemest niet 's middags, wanneer de zon heel krachtig schijnt.
Hoe vaak moet je planten bemesten?
Gekorrelde meststoffen kunnen in het algemeen bij de aanplanting direct in het plantgat worden gestrooid of bij de jaarlijkse hoofdbemesting in het voorjaar in de bodem worden ingewerkt. Vloeibare meststoffen zijn ideaal als je je planten tijdens het tuinseizoen wilt bemesten.
Afhankelijk van de plantensoort en de behoefte kan de frequentie variëren van 2 maal per week tot 1 maal per maand. Sterk terende gewassen zoals tomaten of watermeloenen hebben aanzienlijk meer voedingsstoffen nodig dan gemiddeld en zwak terende groenten zoals wortelen, radijsjes of basilicum.
Koffiedik, eierschalen en compost: waardige alternatieven?
Koffiedik en eierschalen bevatten verschillende voedingsstoffen. Als je echter alleen met koffiedik bemest, loop je het risico dat de planten niet goed worden bevoorraad. Koffiedik bevat namelijk heel veel stikstof maar nauwelijks kalium of fosfor. Eierschalen bevatten dan weer voornamelijk calcium. Als je dus zuurminnende planten wilt bemesten, kan je de eierschalen van je ontbijt gemakkelijk in de grond werken. Beide alternatieven zijn echter niet ideaal voor een evenwichtige voeding. Sommige planten zijn zelfs gevoelig voor overbemesting met kalk (calcium) of stikstof. We raden je dan ook af om koffiedik in de potten van je kamerplanten te gieten.
Een derde alternatief is compost. Wanneer je groentenafval, bladeren en maaisel composteert, kan je de compost die daarbij wordt gevormd, gebruiken als basisbemesting van je tuinplanten. Compost kan de bodemstructuur en het bodemleven verbeteren. Het aandeel voedingstoffen kan variëren afhankelijk van de bestanddelen die je in je compostbak gooit. Als je bijvoorbeeld enkel groenafval composteert, zal de compost meestal minder voedingsstoffen bevatten dan compost met gft-afval. Het aandeel voedingsstoffen dat voor planten beschikbaar is, is echter laag. Vooral sterk terende gewassen hebben meer voeding nodig. Sommige planten zoals rododendrons of hortensia's, die een zure en kalkarme bodem nodig hebben, houden niet van een compostbemesting, omdat deze meestal de pH-waarde verhoogt.
Compost is daarom een prachtige toevoeging en een goede manier om de bodem te verbeteren. Het is echter geen vervanging van een normale bemestingsbeurt.