Beste Wouter,
Ik ben verheugd om je bericht te lezen !
Je hebt het misschien al gelezen om een andere topic maar ik werk bij het Regionaal landschap Zenne Zuun Zoniën en wij doen wat jij nu vraagt ! (Of toch min of meer
). We streven ernaar om het karakter en identiteit van het vlaamse landschap zoveel mogelijk te behouden door de aanleg van "Hoogstam"boomgaarden, poelen, heggen, houtkanten, kleine landschapselementen. We hangen ook Steenuilkasten omhoog en doen akkervogel-en vlinderprojecten.
Je ziet, wij zijn dus intensief bezig met biodiversiteit en streekeigenheid. Ons RL Specialiseert zich in het zuidwesten van Vlaams Brabant, het pajottenland. Maar nu om op je vraag te antwoorden. Hoogstammen zijn zowieso veel beter als half-of laagstammen. Zeker omdat je zei dat je naar het vroegere beeld terug wou (dit waren allemaal hoogstammen !! ).
Waarom een hoogstam planten ? : Hoogstam wordt 60 tot 80 jaar oud en ouder, laagstam en halfstam 15 tot 20 jaar. Hoogstambomen zijn minder gevoelig voor schimmelziekten omdat de luchtvochtigheid bij laagstammen en halfstammen in de kruin veel hoger ligt. In een laagstamboomgaard staan een of enkele rassen die meestal geënt zijn op dezelfde onderstammen, een monocultuur van klonen. Waardoor de hoogstamboomgaard een stabieler en ziekteresistenter geheel vormen. Ik kan nog uren doorvertellen over waarom wel een hoogstamboomgaard kiezen maar dan wordt het veel om lezen
De plantafstand van hoogstamfruitbomen variëren van 10 tot 12 meter. Een perelaar zal je iets dichter kunnen planten dan een appelaar bvb. Dit door de groeiwijze van de boom (peer groeit kegelvormig omhoog, appel eerder breed uit)
Voor de bestuiving moet je alleen rekening houden met de soorten (ze moeten elkaar kunnen bestuiven) en rekening houden dat ze in de nabije buurt staan (geen probleem met jouw oppervlakte). Je moet geen rekening houden met de wind e.d. want fruitbomen worden alleen bestoven door insecten. Ik zal je een paar rassen geven met hun bestuivers die vroeger veel aangeplant werden in Vlaanderen. (Ik zet de bestuiver altijd tussen haakjes achter de soort)
Voor APPEL : Brabantse bellefleur (Eysdener klumpke, Sterreinette (das die sterappel !)) ---- Keuleman (Reine des reinettes) ---- Oogstappel (Joseph musch, Reine des reinettes) ---- Dubbele speeckaert (President Roulin) ---- Court pendu Gris (Bestuift zichzelf, Sterreinette) ---- Grawijning (Oogstappel, President Roulin)
Voor PEER : Doyenné du comice(bestuift zichzelf) ---- Jefkespeer(bestuift zichzelf) ---- Conférence (bestuift zichzelf) ---- Dubbele Flip(Clapp's favourite, Beurré Hardy, Légipont) ---- Saint Rémy (bestuift zichzelf)
Voor KERS : Burlat(Bigarreau Napoleon, Hedelfinger Riesenkirsche) ---- Bigarreau esperen(Schneiders Späte Knorpelkirsche) ---- Hedelfinger Riesenkirsche(Burlat, Bigarreau Napoleon)
Voor PRUIM : Czar (Bestuift zichzelf, Queen Victoria, Reine Claude verte) ---- Mirabelle de Nancy (Altesse double, Sultan, bestuift zichzelf) ---- Palokes (Belle de Thuin, bestuift zichzelf) ---- Reine Claude d'Althan ( Belle de Louvain; Bleue de Belgique, Queen victoria)
Dit zijn enkele voorbeelden, indien je er nog meer wilt mag je mij altijd contacteren ! De meeste namen komen raar over zodat ze precies niet van hier komen, maar dit zijn fruitbomen die vroeger ingeburgerd geraakt zijn, zoals queen victoria, President Roulin,...
Hopelijk heb ik je wat kunnen helpen !
Veel succes !
Vriendelijke groeten,
Karel Van den eynde
Landschaps-en tuinarchitect
[email protected]