Pootgoed: meer dan aardappelen en uien
Bij pootgoed denk je meteen aan aardappelen, knoflook, uien of sjalotten. Logisch want deze groenten worden het vaakst gekweekt. Maar pootgoed is zoveel meer dan dat alleen, het zijn ook soorten die we niet meteen verwachten te kunnen telen in onze eigen moestuin. Met ons bijzonder pootgoed ga je een nieuwe uitdaging aan en wie weet ontdek je ook wel een nieuwe wereld op culinair vlak, na het oogsten van je eigen (exotische) knollen en vruchten!
Naast het traditionele plantgoed, kan je bij Tuinadvies nu ook terecht voor deze niet alledaagse soorten.
Pinda's of aardnoot
Pindanoten (Arachis hypogaea) zijn eigenlijk geen echte noten want die groeien aan bomen. De naam aardnoot verklaart meer over hun afkomst. Ze groeien namelijk in de grond en ze behoren tot dezelfde familie als erwten en bonen, de peulvruchten. De éénjarige plant vormt mooie gele bloemen die slechts kort bloeien. Na bestuiving worden er steeltjes gevormd die steeds langer worden en zich in de grond boren als ze de aarde hebben bereikt. Aan de uiteinden van deze steeltjes ontstaan peulvruchten met 2 zaden. Mits de juiste groeiomstandigheden kan je pindanoten ook hier bij ons kweken. Laat de pindanoten vooraf kiemen in een pot op kamertemperatuur (ca. 20° C). Als het gevaar voor vorst is geweken, mag de plant in een grotere pot of in de volle grond worden uitgeplant. Zet ze op een zonnige plaats want warmte is een must voor een goede ontwikkeling. Beperk het water geven na de bloei tot 1 x per week. Oogsten kan vanaf de late zomer of vroeg in de herfst.
Knolcapucien
Bij ons minder bekend maar in Zuid-Amerika, specifiek in de Andes groeit de knolcapucien (Tropaeolum tuberosum) op grote hoogtes en worden ze door de plaatselijke bevolking nog steeds dagelijks gebruikt. Peru is dan ook de grootse producent. De knollen hoef je niet te schillen maar kunnen na het schrobben gebruikt worden in de keuken. Je kan ze stoven, lekker rauw eten, bakken of verwerken in soep, ook opgelegd in azijn zouden ze heerlijk smaken. Knolcapucien heeft een frisse en ietwat pikante smaak. Aan de vorm van het blad kan je duidelijk zien dat het familie is van de Oost-Indische kers maar de plant groeit minder krachtig. Laat op het najaar groeien er aan de klimplant prachtige oranjerode bloemkelken die eveneens eetbaar zijn.
Het pootgoed mag vanaf eind maart in potten worden geplant op een verwarmde plek, binnenshuis of in een tuinkas. Na de ijsheiligen mogen de plantjes uitgeplant worden op een zonnige plaats in de tuin. De plant is niet winterhard maar de knollen kunnen op een droge en koele plek lang bewaard worden.
Chayote of chu-chu
Chayote (Sechium edule) is een klimplant uit de familie van de komkommer. Alle delen van de plant zijn eetbaar maar de onrijpe vrucht, ook wel chu-chu of cho-cho genaamd, wordt het meest gebruikt. De plant is afkomstig uit Zuid-Amerika en wordt al eeuwenlang gebruikt in de keuken maar ook bij ons kan chayote gekweekt worden. Het is een klimplant met lange ranken die zowel kunnen klimmen als over de grond kunnen kruipen. Naast een zonnige plek en voldoende vocht, stelt ze niet zoveel eisen. De vrucht is peervormig, gifgroen van kleur en kan tot wel 1 kg wegen. Binnenin de vrucht met diep geplooide schil herbergt een zachte eetbare pit. De smaak van Chayote benadert die van komkommer en meloen. De bladeren kan je stoven als spinazie en de wortelknollen zijn een uitstekend alternatief voor aardappelen.
Start met het kweken van Chayote door de gehele vrucht in het voorjaar in een pot te planten, binnenshuis of in de serre. Laat de vrucht voor de helft boven de teelaarde uitsteken en geef voldoende water. Plant ze na de laatste vorst in mei buiten in de volle grond. Pluk de vruchten voor ze rijp zijn en eet ze rauw, gestoofd, gekookt of gebakken. Een lekkere smaakmaker in wokgerechten en in soep.
Japanse artisjok
Deze grillige, spiraalachtige wortels worden ook wel crosne of Japanse andoorn (Stachys sieboldii) genaamd, een plant die zijn roots in Noord-China heeft. De knollen groeien aan een sterke winterharde plant die ongeveer 50 cm hoog wordt met bladeren die lijken op die van munt. Laat je op het einde van het seizoen een paar knollen in de grond dan zullen ze het jaar erop opnieuw groeien. De plant stelt weinig eisen en levert in de meeste omstandigheden een rijkelijke oogst. Tegen het einde van de herfst kunnen de knollen geoogst worden, van zodra de bladeren beginnen af te sterven. Oogst enkel wat je nodig hebt en laat de rest gewoon in de grond want dan bewaren ze langer. Je kan ze zowel in volle grond als in potten op het terras kweken.
Japanse artisjok hoef je niet te schillen, je kan ze gewoon rauw eten in een salade of inmaken in azijn. De knollen hebben een knapperige nootachtige bite. Je kan ze net zoals een aardappel ook stomen, koken, frituren of bakken.
Zonnewortel
Zonnewortel (Helianthus strumosus) komt van nature voor in Noord-Amerikaanse bossen. De plant is net zoals de aardpeer familie van de zonnebloem en is winterhard. De mooie gele, stervormige bloemen verschijnen laat op het jaar en lijken op een zonnebloem. De plant kan één tot twee meter hoog worden. Van de zonnewortel zijn de knollen eetbaar die zowel rauw als gekookt of gebakken kunnen bereid worden, net zoals een aardappel. Ze hebben een zoete en nootachtige smaak. De knollen kunnen in het voorjaar vanaf maart in de volle grond of in potten geplant worden. Van zodra het loof is afgestorven zijn de knollen klaar om te oogsten. Als je niet alle knollen opgraaft dan zullen ze in het volgend seizoen opnieuw uitlopers vormen en komen er nieuwe planten tevoorschijn. De plant stelt weinig eisen aan de bodem maar heeft van nature uit een voorkeur voor een vochtige en voedselrijke bodem.
Knolklaverzuring
Wordt ook wel Oca (Oxalis tuberosa) genaamd. Het knolgewas heeft zijn roots in de Andes waar het vooral gebruikt wordt als alternatief voor aardappelen en knolcapucien. De plant heeft zijn naam te danken aan de bladeren die iets weg hebben van klaver. De Oca knollen zijn smal en lang (ongeveer 15 cm), mooi rood of oranje gekleurd en kunnen bereid worden als aardappelen: gebakken, in de wok, gekookt of gefrituurd. Ook rauw kunnen ze gegeten worden. Laat je de knollen in de zon liggen dan worden ze zoeter en lijken ze op gedroogde vijgen. Ook het blad is eetbaar en geeft met zijn lichte zure smaak een frisse toets aan salades. Poot de knollen tussen maart en juni in de moestuin of in potten. De plant wordt slechts 30 à 40 cm hoog en kan dus perfect op een kleine oppervlakte worden geteeld. Elke plant levert ongeveer 20 knollen op. Ze zijn niet vorstbestendig en dienen voor de eerste vorst geoogst te worden.
Zoete aardappel
Bataat is een andere naam voor dit knolgewas. Ook al doet de naam iets anders vermoeden, toch is het geen familie van de aardappel. Hij behoort tot de windefamilie en komt oorspronkelijk uit Mexico. De knol heeft een niet zo appetijtelijk uitziende schil en vorm maar geschild komt het mooi, oranjekleurig vruchtvlees tevoorschijn. Het heeft een zoete smaak en je kan er de lekkerste frietjes of puree van maken maar ook gebakken of in smoothie kan zoete aardappel heerlijk zijn. De knol is zeer voedzaam en heeft een lage glycemische index met als gevolg dat het een positieve invloed heeft op de suikerspiegel. Een nadeel is dat de knol de stof raffinose bevat wat winderigheid kan veroorzaken. Zoete aardappel kan je perfect kweken in de moestuin, het is zelfs makkelijker dan het telen van aardappelen omdat ze minder last hebben van ziekten. Ze groeien snel maar houden van warm weer. Poten kan vanaf april in potten om in mei te verplanten naar de moestuin. Oogsten kan na ongeveer 90 à 120 dagen of wanneer het loof afsterft.
Nog meer pootgoed
Ook aardpeer, asperges, gember, curcuma en mierikswortel behoren tot ons aanbod pootgoed. Een leuk assortiment om jouw moestuin een exotisch tintje te geven.
Ontdek eveneens ons aanbod voor de siertuin.