Spuiten is iets voor luie en ongeïnteresseerde tuiniers. Na het spuiten, wanneer alles DOOD is, maakt dat van hen dan nog steeds geen goede tuiniers. Die mensen blijven heel hun leven ontevreden over hun tuin en blijven maar knoeien met chemie en antiworteldoeken enz.
Gelukkig hebt u er al over nagedacht en hebt u alleen nog maar ons 'zetje' nodig.
Als je spit, moet je 'diepspitten'. D.w.z. minstens 40 cm.
Werkwijze:
Eerst maak je een spitvoor (gleuf) van een spade breed en 40 cm diep en breng je die grond naar de andere kant van het perceel.
De tweede rij steek je met de spade de graszode net onder de wortels af en in dezelfde beweging leg je die zode omgekeerd in die gleuf. Dan steek je een spade diep de gleuf verder uit en leg die kluiten (weer omgekeerd) bovenop de graszoden.
Dan heb je weer zo'n spitvoor en ... je bent vertrokken.
Het is een geduldwerkje maar het gaat toch tamelijk vlot.
Dat "wild gras" zou kunnen kweekgras zijn (bleekgroen, breedbladig en witte pluimen en erg spreidend). Als je dat goed diep steekt komt dat wel niet meer boven maar best is het van de zoden waar dat gras in zit met de viertand uit te schudden.
Het is NU ook de enige gelegenheid om aan grondverbetering te doen door tijdens het spitten compost in te werken, zoveel mogelijk en zo fijn mogelijk verdeeld.
Dit spitten is voldoende om het gras en onkruid meester te geraken. En ... zelfs na DOODSPUITEN moet bovengenoemde bewerking toch gebeuren. Waarom zouden we dat dan moeten doen?
Het is wel noodzakelijk van uw tuin nadien door schoffelen, harken en/of wieden goed bij te houden. Dat is ook zo na zo'n spuitbehandeling met glyfosaat. Een paar weken later schiet al het kiemklare onkruidzaad toch direct weer op. Dus ... waarom zouden we dat dan doen?