1) Veel afwisseling in beplanting. Bloemen trekken insecten aan, kruipende planten zorgen voor beschutting voor de insecten, rozen en esdoorns trekken massa's bladluizen aan die graag door mezen en mussen worden gegeten en aan hun jongen gevoed worden.
2) Geen ongedierte bestrijden. Een luizenplaag lijkt meestal erger dan ze is. Voor de vogels is het in elk geval een heerlijk maaltje. Hier in mijn tuin komen er verschillende ploegen mezen, mussen, ... verschillende keren per dag de bladluizen van mijn planten pikken en ik vind dat ... OK!
3) Natuurlijke schuilplaatsen zoals hagen en struiken zodat de vogels kunnen wegvluchten bij eventueel gevaar en zodat ze plaats hebben om nesten te maken.
4) Natuurlijke voedselvoorzieningen zoals kersenbomen (Dit jaar weer geen kers gezien!
Maar wel massa's gelukkige vogels!
), bessenstruiken, compost tussen de planten (trekt massa's wormen aan) en rommelhoekjes waar spinnetjes en pissebedden zich kunnen verschuilen tot ze worden opgegeten!
Maar vooral: tolereer een beetje de natuur en laat hem voor je werken i.p.v. hem tegen te werken met allerlei chemische of zogenaamde biologische hulpmiddeltjes!
Groeten,
Pol