WiPe
Ook wanneer de boom groter wordt is de concurrentie met gras erg nadelig voor bomen. Ik heb het een keertje samengevat.
Bomen en gras zijn geen goede combinatie. Onder bomen kun je geen gezonde, goed gesloten grasmat aanleggen, bomen in een gazon zijn ook geen goed idee. Daar zijn verschillende redenen voor.
In de eerste plaats is er de wortelconcurrentie. Een heel belangrijk aantal van de wortels die instaan voor de opname van mineralen wordt in de bovenste bodemlaag gevonden. Een goed gesloten grasmat vormt een dicht pakket aan wortels in diezelfde toplaag. De concurrentie is dus groot. En die concurrentie speelt doorgaans in het voordeel van het gras. Gazon vormt immers niet alleen een goed gesloten tapijt van ondergrondse wortels. Die sterk uitstoelende wortels hebben een rechtstreekse verbinding met de dicht gesloten, bovengrondse, grasmat. Die combinatie van bovengrondse en ondergrondse mat zorgt voor een polepositie voor alles wat van bovenaf de bodem moet binnen dringen: lucht en water. De minder dicht gesloten mat van bloemenweiden, bollengraslanden en hooilandjes, laten meer ondergrondse groeiruimte toe voor boomwortels.
Maar ook de mycorrhizavormende schimmels, die met de boom samenleven, ondervinden van de gesloten grasmat van een gazon hinder. We moeten hierin ook weer een onderscheid maken tussen de ecto- en endomycorrhiza. In een schraal grasland waar het graas afgevoerd wordt, zullen de ectomycorrhizavormende symbionten vrij goed kunnen overleven. Het probleem ontstaat wanneer een gazon bemest wordt, dan laten die symbionten het snel afweten. Zowel de soortspecifieke ectomycorrhizasymbionten als de generalisten die met meerdere boomsoorten een symbiose kunnen aangaan, gaan in dergelijke omstandigheden al snel verdwijnen. Voor boomsoorten, die een associatie met endomycorrhizasymbionten aangaan, geldt daarentegen wel, dat ze last kunnen ondervinden van de concurrentie om (gedeeltelijk) dezelfde soorten endomycorrhiza of VA mycorrhiza, die zich (tevens) aan grassen, kruidachtige planten en heesters binden. Daarom is het aan te bevelen om bij met VA mycorrhiza geassocieerde boomsoorten de boomspiegel vrij van grassen en andere planten te houden.
Om een goed gesloten grasmat te vormen, moet het gazon bemest worden. Maar bomen en bemesting gaan moeilijk samen. Bomen door bemesting weliswaar harder groeien, ze worden ook gevoeliger voor aantastingen. Die bemesting zal de boom weg houden van investeringen in de weerstand tegen aantastingen. Zeker wanneer een boom omwille van de groeiomstandigheden in het gazon verzwakt is, kan dat voor erg veel bijkomende problemen zorgen. En zoals gezegd zullen ook de ectomycorrhizasymbionten door de bemesting gaan afsterven.
Maar ook onkruidbestrijding in een gazon is een probleem. Een perfect onderhouden gazon, waarin dicotylen bestreden worden, kan er (in de ogen van sommige mensen) op het eerste zicht wel goed uitzien, voor een boom is dat geen goed milieu. Bestrijdingsmiddelen kunnen via de wortels opgenomen worden. De mycorrhizasymbionten (zowel ecto- als endo-) kunnen een beperkte hoeveelheid fungiciden, herbiciden, insecticiden, zout en zware metalen opnemen en inde bodem bufferen zonder dat ze aan de boom worden doorgegeven. Bij hogere concentraties lukt dat echter niet meer en neemt de boom die stoffen wel op, met alle gevolgen van dien. Van de meeste herbiciden en insecticiden is onvoldoende bekend of ze niet alleen de onkruiden en insecten, maar ook de in het bodemvoedselweb en rond en/of in de wortels van de planten en bomen aanwezige mycelium en mycorrhiza doden. Van glyfosaat is bijvoorbeeld vastgesteld, dat het niet alleen de wortels en de plant, maar primair mycelium en mycorrhiza aantast, waardoor/waarna de wortels van de plant afsterven. Van fungiciden kunnen we logischerwijze aannemen dat die zeer schadelijk zijn voor de mycorrhiza die met bomen geassocieerd zijn, en als gevolg daarvan zeer nadelig zijn voor bomen. Het bestrijden van houtafbrekende schimmels door het gebruik van fungiciden is als gevolg daarvan hoe dan ook contraproductief en dus ten zeerste af te raden.
Bomen in gras kunnen ook beschadigd worden bij het maaien. Dat kan dan gaan over oppervlakkige wortels die geraakt worden door het maaimes als de stam die beschadigd wordt wanneer met de bosmaaier tot tegen de stam gemaaid wordt. Dat probleem stelt zich zowel bij bomen in een gazon als bomen in hoog gras, bv in bloemenweides of bollengraslanden.
Het laatste element in de relatie tussen gazons en bomen is de aanleg van het gazon zelf. Die aanleg van het gazon legt de basis voor het goed samengaan van bomen en gazon, vaker zorgt die aanleg er net voor dat bomen en gazon niet goed samen gaan. Voor bomen is het erg belangrijk dat bij de bewerking van de bodem en het zaaiklaar maken van het terrein, de wortels zo weinig mogelijk verstoord worden. Voor het gazon moet de bodem goed nivelleerbaar zijn. Dat impliceert doorgaans dat de bodem bewerkt wordt om die kruimelig te maken. Gewoonlijk gebeurt dat door frezen. Vaak wordt de bodem ook nog eens opgehoogd of afgegraven om die zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de nieuwe situatie. Voor bomen is dat echter het begin van het einde en wordt een langzaam, maar zeker, aftakelingsproces in gang gezet.
Met dank aan G.J. Keizer voor het verbeteren van de info over de relatie tussen gras en mycorrhizavormende schimmels.