
Geprint vanhttps://www.tuinadvies.be/artikels/vogels_voederen_in_de_winter
Er bestaan nogal wat verschillende theorieën over het (bij)voederen van vogels in de tuin. Echter hoe langer hoe meer lijkt het erop dat het toedienen van extra voeder meer positieve gevolgen kent dan negatieve.
Een van de vaak weerkerende vragen is “mag ik vogels stukjes pinda’s voederen?”
Het antwoord klinkt vanuit steeds meer partijen volmondig “ja”.
De achterliggende gedachte is dat vogels kundig zijn en hun instinct blijven volgen, ongeacht of er wordt bijgevoederd of niet. Wanneer mezen met een nestje jongen liggen, zullen de ouderdieren instinctief hun voedselkeuze gaan aanpassen in functie van de bekwaamheid van hun jongen. De ouderdieren zullen daarom bij pasgeborenen niet op zoek gaan naar stukjes pinda’s (wat verstikking zou kunnen veroorzaken), maar eerder naar insecten. Ze zullen dus op dat moment gaan zoeken naar natuurlijk voedsel, ook al staat de tuin vol met voederschalen met pinda’s. Dit lijkt hen dus ingegeven te zijn door hun instinct.
Het aanreiken van extra vogelvoeder doorheen het volledige jaar zou de vogels niet extra afhankelijk maken van de menselijke omgeving. Ze proberen hun voeding nog steeds te variëren door ook naar echte natuurlijke voedselbronnen op zoek te gaan. Het aandeel aan kunstmatig gevonden voedsel zal in de winter uiteraard hoger zijn omdat de natuurlijke voedselbronnen gedurende deze periode schaarser wordt.
Variatie in de voeding lijkt dus de beste oplossing, vandaar dat bij het aanreiken van vogelvoer in de tuin, best een voedermengeling wordt gepresenteerd. De vogels krijgen het steeds moeilijker om in hun natuurlijke voedselbehoefte te voldoen. Verschillende punten kunnen hiervoor als oorzaak aangewezen worden. Om het leefgebied van de vogels te verbeteren helpt het bijvoederen alvast een heel stuk.
Vogels die voornamelijk zaden eten, zoals verschillende vinken, groenlingen, putters, sijzen of mussen kennen de grootste sterftes net na de winter. Het aanbod van zaden is dan ook het kleinst. De meeste van de beschikbare zaden zijn gedurende de winter opgegeten en hetgeen overblijft kan rot geworden zijn.
Van de voederplanken met strooivoer of voedersilo’s zullen ze bijgevolg dankbaar gebruik maken. (zorg er dan wel voor dat de kwaliteit van het voeder goed is, en dat u geen natte of rotte zaden aanbiedt).
Het voorjaar is voor de vogels heel belangrijk, aangezien het een aanloopperiode is naar het broedseizoen. Ze kunnen extra krachten dus best gebruiken.
Het type van voeder u geeft aan de vogels is verschillend naargelang de regio waar u woont.
In stedelijke gebieden verschilt dit met landelijke contreien. Het best kijkt u naar de meest voorkomende vogels, specificeer dan ook het aanbod op die bepaalde soorten: