menu
Tuinadvies

https://www.tuinadvies.be   /    donderdag 28 maart 2024

De lijsterachtigen

De lijsterachtigen (Turdidae)

De lijsters zijn een grote groep van middelgrote zangvogels. Ze hebben een goed ontwikkelde zang en het juveniel verenkleed is meestal gevlekt.
Uiteraard kennen wij de merel (Turdus merula) allemaal. Het zwarte mannetje met de opvallend gele snavel en oogrand. Het vrouwtje is bruin en heeft veelal een licht gespikkelde borst.

Mannetje merel
merel mannetje
Vrouwtje merel
merel vrouwtje

Zij wordt dan al snel door leken met een zanglijster (Turdus philomelos) verward. Allen voeden ze zich met insecten (slakken, regenwormen, larven, insecten en spinnen), ze zijn dol op fruit en 's winters vaste bezoekers van de voedertafel. Hoe kan je deze vogels nu via enkele distinctieve kenmerken van elkaar onderscheiden.

Zanglijster
Zanglijster

Van grootte zijn ze ongeveer allemaal gelijk, gemiddeld 25 cm met een spanwijdte van gemiddeld 35 cm. Het merel mannetje kennen we en het bruine vrouwtje is ook nog makkelijk te herkennen, zij heeft een donkerbruine kleur. De zanglijster (Turdus philomelos) herken je aan de typisch gespikkelde borst zeer heldere gevarieerde zang. Bruine spikkels op een crèmekleurige achtergrond. De borst is opvallender gespikkeld dan bij de vrouwtjes merel. De zanglijster is iets kleiner van postuur met een kortere staart. Ook de bruine lichaamsonderdelen zijn algemeen bleker dan het merelvrouwtje. De snavel is vaalgrijs en de lijster heeft een bleke oogrand en bleke wangstrepen.


Een grotere versie van de zanglijster is de grote lijster (Turdus viscivorus), dit is meteen de grootste Europese lijstersoort (30 cm). Met zijn grijsbruine vleugels en gespikkelde borst is ook deze lijster een opvallende verschijning. In de vlucht is deze lijster te herkennen aan de witte ondervleugel en de witte staarthoeken. Bij beide lijstersoorten is er bijna geen kleurverschil tussen de geslachten geslachten zoals bij de merel.

Koperwiek
De koperwiek (Turdus iliacus)

De koperwiek (Turdus iliacus) komt alleen richting België en Nederland om te overwinteren. Broeden doen ze in het hoge noorden. Deze wintergast onderscheidt zich van de lijster door de roestbruine ondervleugels en de roestkleurige flanken waaraan de vogel zijn naam dankt. Op de vaalbruine kop hebben zij een zeer opvallende crèmekleurige wenkbrauwstreep.

Kramsvogel
De kramsvogel (Turdus pilaris)

Een andere wintergast uit de lijsterfamilie die toch af en toe zijn nest in de Benelux durft te bouwen is de kramsvogel (Turdus pilaris). Deze vogel, met opvallend blauwgrijze rug en zwarte staart, is iets groter dan een merel. We zien hem 's winters vaak in grote groepen op velden of fruitbomen foerageren. De vleugels zijn bruingrijs en de borstreek is oranje - geel met zwarte spikkels, de gele snavel eindigt in een donkere punt.

Beflijster
De beflijster (Turdus torquatus)

Minder voorkomend maar toch gemakkelijk te verwarren met de merel is de beflijster (Turdus torquatus). Deze trekvogel heeft zijn naam te danken aan de bij het zwarte mannetje witte halve- maanvormige bef op de borst. Bij het vrouwtje is deze bef lichtbruin en valt hij minder op tegen het donkerbruine verenkleed. Verder zijn de borstveren bleker afgelijnd zodat de borst eerder geschubd lijkt.

Volgende vogels behoren niet tot de lijsterfamilie maar worden er wel vaak met verward.

De zanglijster kan verder nog verward worden met de leeuwerik , de veld- en boomleeuwerik (Alauda arvensis en Lullula arborea) zijn echter veel kleiner en zit qua formaat ergens tussen een mus en een spreeuw. Het verenkleed lijkt enigszins op dat van een zanglijster maar de rugzijde is meer geschubd en lijkt daardoor bleker en bovendien heeft de leeuwerik een licht opvallende kuif. Voor wie goed kijkt een geheel andere vogel dus.

Boomleeuwerik
Boomleeuwerik

Veldleeuwerik
Veldleeuwerik
Spreeuw
Spreeuw

De spreeuw (Sturnus vulgaris) kan met zijn zwart glanzend verenkleed wel eens als een merel aanzien worden. Als je ze echter van wat dichterbij bekijkt merk je een paarsgroene schijn op het gespikkelde verenkleed. De snavel is lang en geel en kleurt bruin in de winter. De staart is opvallend kort en in de vlucht zijn de vleugels duidelijk driehoekig.

En wist je dat spreeuwen zich op de begane grond altijd al stappend voortbewegen terwijl merels en lijsters meestal huppelen.

Terug naar boven icoon