menu
Tuinadvies
Geef dit een bloemetje 1

Paddestoelen

Ga naar meest recente reactie

benjomel

Tekst aangepast

Benjomel


donderdag 28 september 2017 - 15:44
benjomel
donderdag 28 september 2017 - 15:45
benjomel
donderdag 28 september 2017 - 15:45
benjomel
donderdag 28 september 2017 - 15:45
benjomel
donderdag 28 september 2017 - 15:46
benjomel
donderdag 28 september 2017 - 15:46
benjomel
donderdag 28 september 2017 - 15:47
benjomel

Tekst aangepast

Benjomel

.
donderdag 28 september 2017 - 15:48
Roeli

Roeli

Persoonlijk heb ik nog nooit een paddenstoel verwijderd. En er staan toch heel wat in mijn tuin.
donderdag 28 september 2017 - 16:52
benjomel

Tekst aangepast

Benjomel

.
donderdag 28 september 2017 - 19:02
sophora

Sophora

Benjomel. Wat vriendelijker zijn tegen Roeli. Ze wil zeggen paddenstoelen moet je niet verwijderen.
donderdag 28 september 2017 - 19:55
Roeli

Roeli

sorry hoor Benjomel. Neem me s.v.p. niet kwalijk dat ik onduidelijk was. Meestal heeft een goed verstaander maar een half woord nodig.
donderdag 28 september 2017 - 20:10
Henk-Willem

Henk-Willem

Inderdaad. Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van schimmels, meestal volstrekt onschuldig. Verwijderen heeft geen enkele zin, de schimmel blijft toch aanwezig in de grond.
donderdag 28 september 2017 - 20:36
benjomel

Tekst aangepast

Benjomel

.

donderdag 28 september 2017 - 21:57
WiPe

WiPe

Deze paddenstoelen doen je boom en haag geen kwaad, het zijn zeker geen houtafbrekende schimmels. Ik vermoed dat het ectomycorrhizasymbionten zijn. Die helpen de boom met de opname van mineralen, vooral fosfor. Maar ze beschermen de boom ook tegen andere zwammen die de boom wel kunnen afbreken.
Ik ben niet 100 % zeker van de soort, maar het lijkt me dat je die beter met rust laat. Ik zal in een volgende reactie wat extra info geven over mycorrhizavormende schimmels. Wie daar niet geïnteresseerd in is, kan dat gerust overslaan.
donderdag 28 september 2017 - 23:08
WiPe

WiPe

Wanneer een weiland of ruigte begroeid wordt met bomen, of het nu om een spontane successie gaat, dan wel om een aanplant, ontstaat er een bos. Dat bos heeft in eerste instantie niet veel om het lijf, een paar bebladerde twijgen die moeten vechten om te overleven. Maar wanneer die bebladerde twijgen kunnen uitgroeien, ondergaat de omgeving een verandering. De bodem wordt beschaduwd en een groot aantal soorten wordt weggeconcurreerd. Andere soorten, die meer schaduwtolerant zijn, gaan dan weer van de veranderende omstandigheden kunnen profiteren. Blad gaat afvallen en een strooisellaag vormen. En als we lang genoeg doorgaan, gaan er takken afbreken, bomen omvallen of gewoon afsterven. Al dat organisch materiaal komt ter beschikking van saproxyle organismen, organismen die hout afbreken. Al die veranderingen zijn het gevolg van het feit dat bomen zijn gaan kiemen, groeien, aftakelen, afsterven en verteren. Samen met de bomen is de bodem tot ontwikkeling gekomen en ze zijn samen, in een perfect huwelijk tot rijpheid gekomen. Een oude bode met oude bomen, bevat een groot aantal organismen die de de rijke bodem met veel humus een perefecte habutus vinden. Het ecosysteem bos dat daarbij ontstaat, wordt bepaald door de aanwezigheid van de bomen, en verdwijnt ook wanneer de bomen zouden verdwijnen. Bomen bepalen het bos, zonder bos geen bomen. Bomen zijn ook de belangrijkste energieleveranciers van dat bos. Maar een bos is meer dan een verzameling bomen. Een bos is een ecosysteem: een tot evenwicht gekomen leefgemeenschap, bestaande uit biotische en abiotische elementen met een zekere tolerantie en een grote mate van zelfregulatie, waarin een groot aantal organismen afhankelijk zijn van de bomen die het bos vormen. Hoe verder een bos zich kan ontwikkelen, hoe groter ook de verscheidenheid van het ecosysteem en hoe waardevoller dat ecosysteem wordt.
De organismen die met bomen samenleven in een bos, kunnen we, vanuit het standpunt van de boom, gemakshalve in vier groepen onderverdelen: saprofyten, parasieten, symbionten en commensalen. Saprofyten zijn organismen die dood organisch materiaal afbreken. Parasieten gaan de levende boom koloniseren op een manier die boor de boom op het eerste zicht nadelig is. Symbionten gaan een relatie aan met de boom waarbij beide partners voordeel ondervinden. Commensalen zijn organismen die samenleven met de boom, waarbij eventueel voor- of nadeel eerder toevallig is. Zo kunnen vogels hun nest maken in holtes waarbij ze insecten zullen eten die de boom aantasten. De boom zal echter geen nestelplaatsen creëren om vogels te lokken en de vogels gaan insecten eten om zichzelf en hun jongen te voeren, niet om de boom te verlossen van zijn belagers. Dat op die manier de belagers van de boom verdelgd worden is eerder toeval, insecten die nuttig zijn voor de boom zoals bv bestuivers, worden ook gevangen. Hoewel beiden dus voordeel ondervinden, is er van een echte symbiose geen sprake aangezien er geen sprake is van een simultane ontwikkeling die tot gemeenschappelijke resultaten heeft geleid. In realiteit is het onderscheid tussen die verschillende groepen niet eg scherp, bovendien kunnen organismen afhankelijk van de situatie zowel in de ene als de andere groep onderverdeeld worden. Uiteindelijk is dit een zuiver kunstmatige indeling die bedoeld is om ons een en ander te helpen begrijpen.
Zoals bomen een invloed hebben op hun omgeving en de basis vormen voor het ecosysteem bos, zo zal ook een vrijstaande boom een invloed hebben op zijn omgeving en een aantal organismen aan zich kunnen binden. Bij een solitaire boom zal die impact vanzelfsprekend minder groot zijn dan bij bomen in bosverband, maar een aantal organismen die met bomen samenleven zullen in die ene boom een habitat vinden, of dat nu bovengronds is, dan wel ondergronds. De boom wijzigt dus het bestaande ecosysteem. Vooral het ondergrondse ecosysteem is erg belangrijk voor de boom. Dit ecosysteem, dat met de boom samenleeft, kan, afhankelijk van de boomsoort, sterk verschillen. BURNS ET AL. (2015) hebben aangetoond dat vooral de plantensoorten en dan in de eerste plaats de bomen, bepalen welke soorten micro-organismen in de bodem voorkomen, en dat de bodemchemie daarin pas op de tweede plaats komt. Aangezien de boom de belangrijkste producent van organisch materiaal binnen zijn ecosysteem is, wordt er een ‘boomsoorteigen ecosysteem’ (KEIZER 2014) gevormd. Binnen dat boomsoorteigen ecosysteem nemen schimmels een belangrijke plaats in. De boom zal in de wortels een relatie aangaan met schimmels om op die manier zijn opnamecapaciteit te verhogen, of simpelweg omdat de boom niet in staat is om zonder schimmels een aantal elementen zoals fosfor op te nemen. De relatie tussen bomen en schimmels is vrij complex, en hoewel we er vaak van uitgaan, dat schimmels bomen aantasten, vervullen ze een heel belangrijke rol binnen het ecosysteem waar bomen deel van uitmaken. Wanneer we een boom uit het bos halen en langs straten aanplanten, wordt het moeilijk om het hele plaatje te zien, maar in de context van een bos is die samenwerking al een stuk beter zichtbaar. In bosverband kunnen bomen hun hele cyclus, van zaad tot verteerd organisch materiaal, doorlopen. Zaden kiemen, worden zaailingen en bomen. Bomen worden groot, gaan aftakelen, afsterven en verteren waardoor hun bestanddelen door andere bomen kunnen gerecupereerd worden. In al deze processen spelen schimmels een heel belangrijke rol. Zaailingen worden geholpen doordat de oudere bomen hen ondersteunen en suikers via de wortels doorgeven. Maar daarvoor hebben ze wel schimmels nodig als tussenpersoon. Maar ook volwassen bomen hebben schimmels nodig om te helpen bij de opname van mineralen en water. En in de aftakelingsprocessen, waarin bomen hun leven met honderden jaren kunnen verlengen, gaan bomen gebruik maken van schimmels om takken en zelfs kroondelen af te stoten om op die manier de consequenties van overgewicht door een continu doorgaande diktegroei te counteren. En ten slotte leveren schimmels een belangrijke bijdrage in het afbreken van dood hout, waardoor de mineralen die vrijkomen door bomen kunnen gerecupereerd worden. De stabiele humus die daarbij gevormd wordt, heeft op zijn beurt dan weer een positief effect op de bodemstructuur. Daarnaast zetten schimmels de stikstof in de bodem om tot ammonium dat zich kan binden aan het klei-humuscomplex en daardoor niet kan uitspoelen (in tegenstelling tot wat bacteriën doen). Zo blijft de stikstof beschikbaar voor de plant en wordt die geleidelijk aan opgenomen door de boom. Schimmels zorgen voor een betere bodemstructuur doordat hun schimmeldraden het afgebroken organisch materiaal en de bodemdeeltjes met elkaar vermengen. Hierdoor wordt erosie tegengegaan en verhoogt het vermogen van de bodem om water vast te houden. In dit complexe samenspel van boom en schimmel zijn er twee groepen die we kort gaan bekijken, de mycorrhizavormende schimmels en de schimmels die levend hout kunnen koloniseren en afbreken.
donderdag 28 september 2017 - 23:12
WiPe

WiPe

Het boomsoorteigen ecosysteem is afhankelijk van de boom, maar de boom is ook afhankelijk van dat ecosysteem. De boom zal met een aantal schimmels in zijn ecosysteem een symbiose aangaan en een mycorrhiza vormen die de boom voorziet van water en nutriënten die moeilijk opgenomen kunnen worden (gewoonlijk fosfor maar ook stikstof en andere nutriënten) en die de boom beschermen tegen parasieten en milieuvervuiling. Veel bomen, zoals beuken, eiken en dennen hebben die relatie nodig om succesvol te zijn. De schimmels die bij bomen mycorrhiza vormen, kunnen in drie typen verdeeld worden: ectomycorrhizavormende paddenstoelen, endo- of arbusculaire mycorrhizavormende lagere schimmels (AM-schimmels of VA mycorrhiza) en een beperkt aantal ectendomycorrhizavormende zakjeszwammen.
Niet alle boomsoorten vormen mycorrhiza, in het bijzonder zullen Brassicaceae en zonneroosjes zelden, of nooit, mycorrhiza vormen. Op een rijkere grond kunnen bomen dan weer geen mycorrhiza vormen omdat die mycorrhizavormende schimmels en dan vooral ectomycorrhiza de eerste zijn die zullen afsterven wanneer de bodem sterk bemest wordt.
Mycorrhiza worden gevonden bij ongeveer 80 % van de vaatplanten. Bij bomen komen er twee types voor. Ectomycorrhiza worden gevonden bij slechts 3 % van de bloeiende planten en zijn bijna volledig beperkt tot de houtige planten, voornamelijk in de koele klimaatzones van het noordelijk halfrond (zie kader). Endomycorrhiza komen veel meer voor bij bloeiende planten en worden teruggevonden in een groot gamma aan bomen. Er zijn bronnen die bevestigen dat pionierbomen beide types van mycorrhiza kunnen vormen, soms zelfs alle twee tegelijk (i.c. populieren, wilgen, jeneverbessen, eucalyptussen en tulpenbomen). Pioniersoorten zijn soorten die als eerste een terrein kunnen innemen waar voordien geen bomen groeiden. Ze kunnen dus niet profiteren van de ectomycorrhizasymbionten van bomen die al eerder op de locatie groeiden. Dat probleem kunnen ze oplossen door in aanvang een relatie aan te gaan met algemeen voorkomende ectomycorrhizasymbionten. Wanneer de zaailingen zich ontwikkelen zullen na verloop van tijd soortspecifieke ectomycorrhiza zich kunnen vestigen op deze bomen. In die overgangsperiode komen ze dan ook allebei voor.
Binnen eenzelfde mycorrhiza-type kunnen bomen besmet zijn met verschillende schimmels tegelijkertijd, waarbij een duidelijke successie kan vastgesteld worden terwijl de boom ouder wordt. Het is opvallend dat de ene mycorrhiza dan zelfs een fungicide kan vormen om een andere mycorrhiza af te weren om zijn eigen deel van de wortels voor zichzelf te kunnen opeisen. Hoewel die mycorrhiza en symbiose aangaan met dezelfde boom, vechten ze toch onder mekaar een strijd op leven en dood uit.
donderdag 28 september 2017 - 23:13
WiPe

WiPe

Wanneer parasitaire schimmels levende bomen koloniseren, tasten ze het hout aan. Afhankelijk van de delen van het hout die afgebroken werden, wordt houtrot onderverdeeld in witrot en bruinrot. Zwammen die hout afbreken zijn vaak endofytisch. Die groep van zwammen gaat zch al heel snel in de boom vestigen en daar tientallen jaren latent aanwezig zijn. Wanneer de boom verzwakt en/of wanneer de zwam voorzien wordt van voldoende zuurstof, kunnen die zich beginnen ontwikkelen en van binnen naaar buiten groeien. Een van de meest bekende zwammen uit deze groep is Fomes fomentarius. In de praktijk zijn er slechts een beperkt aantal schimmelsoorten die voldoende sterk parasitair zijn om een boom aan te tasten. Tot deze groep behoren oa Ophiostoma novo-ulmi, Heterobasidion annosum en in mindere mate, een aantal Armillaria-soorten. Veel andere soorten zijn ofwel kernrotters, die kernhout aantasten, of zwakteparasieten, die op de grens van afstervend spinthout groeien.
Kernrotters komen de boom binnen langs afgebroken takken of afgebroken wortels en gaan bij een levende boom het niet-levende hout in de kern verteren. Aangezien het kernhout geen afgrendeling kan vormen, kan de schimmel het hout ongehinderd afbreken. Het spinthout, dat natter is, vormt voor kernrotters geen goede leefomgeving en wordt dus niet gekoloniseerd door deze zwammen. Omdat de zwam weg blijft van het spinthout, wordt de boom niet getriggerd om een afgrendeling te vormen. Wanneer het spinthout dan verder verkernt, zal de schimmel het nieuwe kernhout op zijn beurt verteren. De boom blijft voldoende stabiel zo lang hij een voldoende dikke restwand kan vormen.
Soorten die sterk parasitair zijn, kunnen wel overleven in het natte spinthout. Honingzwam bijvoorbeeld geeft zelfs de voorkeur aan een natte omgeving en zal pseudo-sclerotiale platen vormen om de vochtigheid in het hout dat gekoloniseerd wordt, voldoende hoog te houden.
donderdag 28 september 2017 - 23:14
satomi

Satomi

Heel interessant, Wipe!!
vrijdag 29 september 2017 - 16:31
Henk-Willem

Henk-Willem

Bedankt voor de uitgebreide toelichting!
vrijdag 29 september 2017 - 16:50
benjomel

Benjomel

WiPe bedankt voor je bijdrage .

Heb het meerdere keer gelezen snap nu ook dat ze goed samen gaan .

Omdat wij ook vivimus grondverbeteraar hebben gebruikt met aanplanten zou het ook op gang kunnen zijn geholpen .(Als ik google mag geloven)

omdat wij eerder nooit padenstoelen in de tuin hebben gehad was deze vraag voor ons ondstaan omdat we bezorgt waren voor onze jonge Leibomen en beuken haag ,Maar bezorgt zijn is dus niet meer nodig.

WiPe Nogmaals dank voor je inbreng en uitleg
zaterdag 30 september 2017 - 15:59
WiPe

WiPe

Het is dus inderdaad niet nodig om bezorgd te zijn. Het determineren van paddenstoelen is geen gemakkelijke klus. Maar de houtafbrekende zwammen op levende bomen, vormen slechts een kleine groep en die ken ik inmiddels al een beetje. Daar horen deze zwammen in ieder geval niet bij.
zondag 1 oktober 2017 - 08:46

Voeg een reactie toe

Log in of registreer om dit onderdeel te gebruiken
Terug naar boven icoon